Neem vandaag nog contact:           0473977264           talectum@hotmail.com

Autisme-coaching

met expertise verstandelijke beperking

  • Begeleiding van jongeren en volwassenen met autisme (en verstandelijke beperking)

  • Begeleiden van gezinnen en ouders met kinderen met autisme

WIST JE DAT?

 

Er een onderscheid is tussen "kunnen" en "AANkunnen"?

 

 

Kunnen verwijst naar het cognitieve, naar het mensenbrein (dieperliggend ligt het zoogdieren en het het reptielbrein). Dit deel is in staat om vaardigheden aan te leren, om te ontwikkelen en te groeien. Wanneer we ons goed voelen, voeren we activiteiten uit volgens ons mensenbrein.

Aankunnen heeft betrekking op ons zoogdieren -en reptielenbrein. Het reptielenbrein symboliseert ons stress-systeem : namelijk bevriezen in stress-volle situaties. Dit is vaak een eerste reactie in onveilige situaties. Daarna kiest ons brein voor vluchten of vechten : we gaan weg uit de situatie of beginnen ruzie te maken (vechten).  Dit vechten vluchten behoort tot ons zoogdierenbrein. Dit deel van ons brein maakt ons bovendien in staat om te communiceren. Het zorgt voor een (veilige) hechting met anderen.

Dit aankunnen gaat dus over de onderliggende emotionele behoeften. Je kan je voorstellen dat als iemand in stress is, het nog heel moeilijk is om rationeel beslissingen te maken. Het gedrag dat iemand stelt komt voort uit ons zoogdieren -of reptielenbrein. We reageren vanuit onze behoeften.

Bijvoorbeeld: een kind met faalangst dat rekenoefeningen maakt en merkt dat ze een fout gemaakt heeft. Zij zal helemaal in stress gaan en ofwel zal ze weglopen van de oefeningen ofwel de oefeningen toch verder maken. Misschien begint ze wel te gooien met alles of te roepen. Of misschien blijft ze gewoon zitten en staart ze voor zich uit,  niet in staat nog iets te doen (bevriezen). De kans dat de oefeningen nog zullen lukken, neemt af. De kennis en de vaardigheden verdwijnen voor even. Het mensenbrein krijgt effectief minder bloed, aangezien het zoogdieren -en reptielenbrein heel hard aan het werk is.

Dit meisje kàn de oefeningen wel: ze beheerst immers de leerstof. Maar door de stress kan ze haar huiswerk niet meer aan.

Wat zijn haar onderliggende behoeften? In de eerste plaats innerlijke rust en dan een goede portie zelfvertrouwen : ze heeft de bevestiging van anderen nodig dat ze dit wel kan en daarna moet ze leren om dat positief denken te leren integreren, zodat ze in stress méér beroep kan doen op het mensenbrein.